ofbrengen onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. afbrengen

    Wij möt hum van dat rare idee proberen of te brengen (Padhuis)

    Ik heb hum van de draank of ebracht

    Zul e dat er wel goed ofbrengen? (Geesbrug)

    Zie ook:
  2. weghalen(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe)

    Bie het knaol graven mus ie eerst de smeerlaoge ofbrengen (Barger Compascuum)

    boven ofbrengen (Roswinkel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...