offronteren overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: affronteren (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), affrontaaiern (Veenkoloniën), ofgronteren, veraffronteren

Bron: H. Hadderingh - B. Veenstra, Drents Woordenboek. Schiedam 1979 & H. Hadderingh - B. Veenstra, Drents Woordenboek. Schiedam 1979
  1. beledigen, voor het hoofd stoten

    Hoe kuj dat aole mens zo offronteren (Oosterhesselen)

    Wij moet der hen, we kunt ze niet affronteren (Balloo)

    Hai offrontaaiert mie (Emmer Compascuum)

    verofgronderen

    veroffronteren

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...