glooiing, aflopende zijde van de akker
Je moet die kar niet op de ofhang staon laoten (Grolloo)
Der zit een aordige ofhang an die hoek
In de ofhang verbouw wij de beste vruchten (Nieuw Dordrecht)
oversteek van het dak(Midden-Drenthe)
Under de ofhang van de schuur kuj mooi schoelen aj een meid bij je hadden; ij wurden dan niet nat (Eext)