afkloppen
Duzendholt is holt, daor het schel deur de eekschelders ofklopt is (Anderen)
Man, zo neit in hoes! Ik zal je eerst even ofkloppen (Vries)
Ik bun nog nooit zeik west; laow dat man even ofkloppen
bij het biljartspel zijn beurt bespreken
Zie ook: