ofkwellen werkwoord, zwak
  1. , wederkzich kwellen

    Meen ie dat ik mij daor nog langer met ofkwellen wil? (Klazienaveen)

    Hij zat hum tieden of te kwellen of hij der toch bèter an edaone har zien zeune op de boerderije te (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...