afzoeken
Ik heb alles ofneusd, mar ik kan het niet vinden (Erica)
afkijken(Zuidwest-Drenthe)
Ze döt net of ze det petroon zöls bedacht hef, mar ze hef ofneusd van heur vriendin (Broekhuizen)
Wij wil de keunst van het schildern ies ofneuzen (Diever)
beloeren(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Ze zit achter de gerdienen de hele straot of te neuzen (Noordscheschut)