ofrafeln overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. rafelen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Die trui rafelt, ...refelt of (Sleen)

    Die trui, die rievelt bij de mouwen of (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. uithalen van gebreid spul(Kop van Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Dei trui wil ik ofraofeln, dan braai ik der wat anders van (Emmer Erfscheidenveen)

    oftrekken

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...