ofsprenkeln overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. besprenkelen

    Der zit zo'n stof op die bloemen, ik zal ze even ofsprenkelen (Gasselte)

    Ik sprenkele iedere weke de plaanties in huus wat of, dan ziet ze der weer fris uut (Broekhuizen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...