ofstrunen overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. zwervend zoeken

    Der bennen van die mensken, die wat ofstrunen, die lopen op schobberdebonk (Peize)

    Hie is een sjacheler, die struunt alles of (Exlo)

    Wij gaot de hele mark ofstrunen (Fluitenberg)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...