oftellen onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. aftellen

    Boven de vieftig begun je of te tellen (Sleen)

    Oftellen mit wegkroepertie (Zuidwolde)

    Zie ook:
  2. foeteren, kijven(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Lig toch niet zo of te tellen (Zwiggelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...