oftoggeln overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: ...troggeln (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), ..tokkeln (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), ..tokken (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), ..tokkern (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), oftokke(l)n, oftroggeln

  1. (door mooipraten) afhandig maken

    Zie hebt hum het snoep oftoggeld, oftroggeld, ...oftokkeld, ...oftokkerd (Sleen)

    Ie moet oe de boel niet laoten oftokkeln (Zuidwolde)

    Ik har een appel en die wol hij mie oftokken (Barger Oosterveld)

    Doe hadde die vent Harm de meid of etroggeld (Havelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...