ofvarven onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. ten einde verven

    Ik wil eerst dei deure even ofvarven en dan gao ik mit (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. een wind laten, stinken(Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Die kerel varfde geweldig of! (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...