ofwachting
  1. in

    in afwachting

    Hij is in ofwachting of ze koomt of niet (Pesse)

    In ofwachting op naoder bericht (Roswinkel)

    Wij bint in ofwachting van de dingen, die koomt (Wapserveen)

    in ofwaachting op de uutslag (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...