ofwinden overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. afwinden

    De kat hef mij het brèeigaoren hielmaol ofwunden; daor bin'k mooi klaor met (Odoorn)

    Bij het vliegern laoj het touw ofwinden (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...