nog niet gekrompen
Het dreugt niks, die törf is nog onbekrumpen (Borger)
Die overal moej een maot groter nimmen, want hie is nog onbekrumpen (Drouwen)
royaal, zonder beperkingen(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe)
Zij leeft er onbekrumpen van (Diever)
Die meinsen kunt onbekrumpen leven (Zuidwolde)
ruim van opvatting(Zuidwest-Drenthe Noord)
Hie hef een onbekrumpen oordiel (Wapserveen)