onbespraokt bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. niet welbespraakt

    Hoe kunt ze zoiene non veurzitter maken, hie is jao zo onbespraokt (Sle), Die man is onbespraokt

    Daor is hij te onbespraokt veur

    Zie ook:
  2. niet tot spreken in staat(Midden-Drenthe)

    Hij zag dat ongeluk en was totaol onbespraokt (Hooghalen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...