ongaal bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: onegaal, ongaol, oneg-l (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. ongelijk, onregelmatig

    De erpel staot ongaal (Sleen)

    Dat is een ongaol stuk land, het is zo bulterig (Zwinderen)

    Hij ploougt het laand ongaol (Eext)

    Het toom keunen is barre onegaal

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...