Ook: onegaal, ongaol, oneg-l (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
ongelijk, onregelmatig
De erpel staot ongaal (Sleen)
Dat is een ongaol stuk land, het is zo bulterig (Zwinderen)
Hij ploougt het laand ongaol (Eext)
Het toom keunen is barre onegaal