ongeleugen bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: ongelogen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. ongelogen

    Wat ik je vertel is ongeleugen waor (Balloo)

    Op sommige plekken was de snei ongeleugen meters dik (Meppel)

    Het is ongeleugen, mar ik springe over een sloot van vief meter bried (Uffelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...