ongeneugd bijvoeglijk naamwoord, bijwoord

Spellingvarianten als bij: neugen

  1. onuitgenodigd

    Ongeneugd stapten wij hen binnen (Sleen)

    *Ongeneugde gasten wordt boeten de deure zet (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...