ontgronden overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. ontgronden, de bovengrond afgraven

    Veur ontgronden meuj een vergunning hebben (Ekehaar)

    Dat stuk laand wilt ze ont

    gronden; het lig veuls te hoge (Geesbrug)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...