ontumig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: onteumig (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. lastig, druk

    Wat hew een onteumige, ...roezige dag had vandaag (Stieltjeskanaal)

    Met aal die kinder in hoes kan het slim onteumig wezen (Eext)

    Wat een onteumige visite

    Dat is toch zo'n onteumig jonk (Noordscheschut)

    Zie ook:
  2. niets doend(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hij löp er onteumig bij en lat een aander alles opknappen (Noordscheschut)

    Man, wat zit ij daor ja ontumig, gao ok ies an het wark (Sleen)

    Zie ook:
  3. buitensporig(Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wat heb ie onteumig veule kocht. Waor is dat allemaole veur neudig? (Geesbrug)

    Zai maokt zuk ontumig kwaod (Tweede Exloërmond)

    Zie ook:
  4. onstuimig(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wat is het ontumig wèer (Emmen)

    Zie ook:
  5. niet florissant(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hij kek er nog ontumig uut

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...