onverolderd bijvoeglijk naamwoord
  1. niet ouder geworden(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    IJ bint nao al die jaoren nog onverolderd en ij kunt nog jaoren met (Oosterhesselen)

    Zie ook:
  2. nog jong genoeg voor het een of ander(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Hij is onverolderd, hij kan dat waark nog wel an (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...