onweersvörst de
  1. Vaak verkl

    Zie ook:
  2. slecht weer voorspellende nachtvorst

    Het liekt wal daw mooi weer kriegt, mor wij hebt een onweersvörstien had en dan kriew slecht weer (Sleen)

    Aj een onwèersvorsie hebt, kriej in de regel slecht weer (Dwingelo)

    Zie ook:
  3. korte, nog niet veel voorstellende vorstperiode

    Een onweersvorsie is drei nachtvorsten achter mekaor (Emmer Compascuum)

    Bij een onweersvörstien gaot der veul bloemen kapot (Schoonebeek)

    Het is ain onweersvorst, gain stand van winterweer (Tweede Exloërmond)

    Zie ook:
  4. lichte vorst tijdens slechtweerperiode

    Onweersvorst zeg wie as het bie slecht weer 's morgens wat wit op de grond is (Barger Oosterveld)

    As der mar ies een onweersvorsien komp, dan dreugt het tenminste een beetien op (Ruinen)

    Bij een onweersvörstien regent het daogs en dan vrös het 's nachts (Anderen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...