opdaoiing -s, de, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: opdaoi

  1. opdooi

    Met opdooi kriej een vieze prut op straote (Erica)

    De baanzerdeur wil niet dicht; dat komp van opdeui (Roderwolde)

    Wat is het smèrig an de weg en teminsten non met die opdaoiing (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...