opheffen overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. optillen(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    As wij nou ies probeert, ouwe het eerst ies an die kaante opheffen kunt en dan an de aandere kaante. (Hollandscheveld)

    (op)tillen

    (op)beuren

    Zie ook:
  2. opheffen

    As der niet meer kinder komt, zal het gemeeintebestuur dizze schooul wel opheffen moouten (Eext)

    Hij het de boerderaai opheven (Roderwolde)

    Zie ook:
  3. ophemelen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Die kan zien kiender aaid zo opheffen (Stieltjeskanaal)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...