ophokker -s, de, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe
  1. persoon, die de schoven opzet

    Daor waren ophokkers in het veld (Roswinkel)

    De ophokkers, die hebben zwaor wark (Klazienaveen)

    gaster, gastenzetter

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...