Ook: opstoepen (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
(veend.) opstapelen van persturf in hoopjes van 10 stuks, 2 naast elkaar en vijf hoog
Mit het perstörf opstoeken scheut het mie in de rugge (Barger Compascuum)
opstoken, ophitsen(Zuidwest-Drenthe)
Zij hef er altied aordigheid an um de jongen tegen 'nkaander op te stoeken (Diever)
Ie mut hum niet meer opstuken, hij is al ondeugend genog (Koekange)
opstupen
opstuwen(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Iezer dat te dun is, kuj opstoeken; dan wordt het dikker (Sleen)
Der zit zeker wat veur de duker, het waoter stoekt op (Roden)
Zie mus bevallen, maar het is weer opstoekt