als voer verstrekken, ook: het laatste beetje voeren
De melk meuj eerst ofromen, veur aj ze opvoort (Pesse)
De krödden wordt wel opvoord an de zwienen (Eext)
Wie hebt alles opvouwerd, wie hebben niks meer (Emmer Compascuum)
grootbrengen van een dier door een mens
Wij hebt dat kalf opvoord (Sleen)
opwetern