opzetten
Ik mot neudig de eerpels opzetten
Zet ie èven koffiewater op? (Zuidwolde)
Zie hebt een hoesholding opzet
Hie zette grote ogen op (Odoorn)
Wat kan die een kröp opzetten! (Meppel)
Hij zette een grote bek op (Ruinen)
Wij hebt de akker met rogge der of. Nou moej hum wel even opzetten
Een dubbele gast is vierkant opzet (Coevorden)
Der kwam vanmiddag wind opzetten
De locht betrekt, der komp onwèer opzetten (Dwingelo)
Ootien wil het jonkien een paar hoosies breien, mar het wet niet hoeveul of het opzetten möt
Ik wil nog een paar hozen opzetten
Zet nog mor ies weer op, dan tap ik nog weer in
Zet het koppien nog ies op (Oosterhesselen)
optasten
IJ moet de kanten goed opzetten (Sleen)
deur uut het gat-ende van de garve een toppe dwars te leggen onder de naost liggende garven (Wapserveen)
Die put is met vlinten opzet (Gasselte)
Hij mus nog een voor mes opzetten (Gasselte)
De diek opzetten
opkomen
Het liekt er alles op dat het weer zuk opzet
Het is opgaonde maone, nou zal het wèer wel wat opzetten (Koekange)
As het weer wat opzette, gungen wij wal ies hen umhokken um de hokken wat holler te hebben staon, zo (Hooghalen)
As de wind mor opzet, wordt de wolken wel lösjaagd (Gasselte)
Die buie zet zo op
opdagen
Hij kwaamp mit een hiele anhaank opzetten (Hoogeveen)
Het wordt slecht weer, de meeuwen komp opzetten (Ruinerwold)
Het volk kwam in drommen opzetten (Gasselte)
op stal zetten voor de winter
De biesten bint al op ezet (Hoogeveen)
As het zuk ruzig weer blef, zette wij de koenen op (Ruinerwold)
Hej aordig opzet?
Dat is zo'n mooi kostiempie, die zette wij veur de winter op (Hijken)
ophitsen, aanmoedigen(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Man, zet dat pèerd ies een beetien op, ...an (Sleen)
Hie hef ze tegen mekaar opzet (Oosterhesselen)
opzwellen
Ik heb mie stöt en nou zet mie de hand op (Barger Oosterveld)
De gaogel is mij op ezet (Ruinerwold)
verhogen, omhoog doen
Ie mut de krage goed opzetten (Broekhuizen)
Het riek hef de belastings ok weer opzet (Eext)
Zet het raam mar op en de hörre der veur (Elim)
Het tuugpèerd wordt de kop opzet
opdienen
Jantien, ie kunt het eten wel opzetten (Ruinerwold)
Ankriegen volk, opgezet is geneugd
openzetten(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Waorum zet ie die deuren tegen elkaar op? (Hollandscheveld)
Alle deuren tegen mekaar opzetten, dan kan het nog even deurluchten (Ruinerwold)
voor de gek houden, te kijk zetten
Wij zult hum er is even opzetten (Drouwen)
Zij hebt hum der mooi opzet (Eexterveen)
Ze hebt hum der mooi opzet
Die zulle wij der vandage is opzetten (Pesse)