overdragen sterk, werkwoord, (on)overgankelijk
  1. overdragen

    Hij hef de zake an zien zeune over edragen (Zuidwolde)

    Zie ook:
  2. overbrieven(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    IJ kunt hum niks vertellen, hij mag geern alles overdragen (Stieltjeskanaal)

    overbrieven, overbrengen

    Zie ook:
  3. over tijd zijn

    Die koe drag al een week over (Sleen)

    overstaon

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...