overeenkomst
Ze kunden niet tot een overeinkomst kommen (Roderwolde)
De jagers hebt een overienkomst dat ze niet meer op petriezen zult schieten (Borger)
Wij hebt een overeenkomst sleuten (Rolde)
Ze kunden niet tot een overeinkomst kommen (Roderwolde)
gelijkenis
De overainkomst tussen twailingen is soms groot (Gieterveen)
Ik zie tussen die twei gevallen totaal gien aoverienkomst (Noordscheschut)
De overienkomst tussen een vrouw en een kikker: altied kolde voeten en bang veur de ooievaar (Oosterhesselen)