overkommen I onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. overheenkomen

    Hie is het hiele laand overkommen

    Zie ook:
  2. overkomen

    Opa is zo ziek, alle kinder moet overkommen (Hooghalen)

    Koms doe van 't joor ok aover

    Die bosschop is verkeerd overkomen (Noordscheschut)

    Het veurstel is goed overkommen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...