overdenken, overleggen, over iets nadenken
Aw dat een beetien beter overweugen hadden, haw het aans daon
Die giet niet aover iene nacht ies; die mut alles goed aoverwegen (Ruinerwold)
Ik overweeg um een neie fiets te kopen
Dat mus ik beter overwogen hebben (Roden)