pegel -s, de
  1. ijspegel

    De pegels hangen an de geut (Roderwolde)

    ...an het daok (Sleen)

    Zie ook:
  2. pestkop(Zuidoost-Drenthe)

    Wat is dat kind een vervelende pegel (Klazienaveen)

    Zie ook:
  3. (mv.) geld

    Hij hef wel pegels (Diever)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...