petret -ten, dehet

Ook: portret

  1. foto

    Wij moet nei week met de hiele femilie op 't petret (Hooghalen)

    Ik bin op 't petret ekomen (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  2. van een persoon

    Wat een raor petret van een kerel (Emmer Erfscheidenveen)

    Wat veur maal petret is dat

    Wat een wies, ...mooi, ...gemien petret (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...