piel I -en, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: piele (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), pieleman (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. pijl

    De jonges bint buten mit de piel en baoge an het schieten (Broekhuizen)

    Zie ook:
  2. richtingaanwijzer

    De auto's van vroeger hadden een piel as richtinganwiezer (Borger)

    Hij wil ofslaogen, hij het de piele naor links (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:
  3. slechte koffie(Midden-Drenthe)

    Zukke piel zoep ij zölf mor op (Eext)

    Zie ook:
  4. penis

    Hai kreeg de piele tussen de ritsloeten (Emmer Compascuum)

    Hie haar de piel oet de boks hangen (Balloo)

    Is er garaantie op?

    Ja, zolang aj de piele in het vuur kunt holden (Zuidwolde)

    pieleman, stummel

    Zie ook:
  5. bliksemschicht(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Dat was ain piele stail naor beneden (Valthermond)

    pielder I

    *Een kerel as Karst/Die de broek barst/ De piele stiet/En alle aovends uut vrijen giet (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...