pils dehet
  1. pilsener

    Hij lust nog wel een flessien pils (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. limonade (veroud).

    Vroeger was ik as kind bliede met pils, het zat in een knikkerflessie (Zeyen)

    champagnepils

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...