plenzen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: pleinzen (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. gieten, plenzen

    Het plensde mor deur, het was noodweer (Tweede Exloërmond)

    IJ moet er flink wat water overhen plenzen, aans wordt het niet schoon (Sleen)

    Zie ook:
  2. spatteren, knoeien met water

    Die kiender bint zo mooi in het water an het pleinzen (Ruinen)

    Zie wassen met stokken in het wotter an het plenzen (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:
  3. gutsen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het water plenst van alle kanten over de emmer (Coevorden)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...