Ook: pleinzen (Zuidwest-Drenthe Zuid)
gieten, plenzen
Het plensde mor deur, het was noodweer (Tweede Exloërmond)
IJ moet er flink wat water overhen plenzen, aans wordt het niet schoon (Sleen)
spatteren, knoeien met water
Die kiender bint zo mooi in het water an het pleinzen (Ruinen)
Zie wassen met stokken in het wotter an het plenzen (Emmer Erfscheidenveen)
gutsen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Het water plenst van alle kanten over de emmer (Coevorden)