hooggeld, strijkgeld
Hij hef nogal wat plokgeld verdiend bij die verkoping (Dwingelo)
Hij lop aal boeldagen of um wat plukgeld op te strieken (Borger)
Bij de inzet hej schriefgeld en bij de ofslag plokgeld of striekgeld (Hoogeveen)
trekgeld, striekgeld