Duitser
Hij drèeit met de kont as een poep met de geldbuul (Westerbork)
De poepen woonden hier vrogger in de Poepershoek (Hollandscheveld)
uit Duitsland afkomstig
Gooi die aolde poep toch achteroet
Neem die poep mar mit, die is wat rustiger
Dat pèerd dat is een aolde poep
Katholiek
Katholieken wordt ok wal poepen nuimd, Roomse poepen (Barger Oosterveld)
hoeveelheid sterke drank
Hij hef een mooie poep in de stevel
Hij hef een beste poep op (Emmen)
scheldnaam voor de inwoners van Ballo en Buinen *
Noordse poepen/Lange roepen/Gaot hen noord/Karnemelk zoepen (Hoogeveen)
Poepe/Lange roepe/Lange lepelstaal/O, wat bint die poepen kaal (Padhuis)