poezen onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: poesten (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. blazen

    Denk er om, goud poesten. De soep is heit (Roderwolde)

    Tegen het raem poesten en der dan op tieken (Dwingelo)

    Zo, even poesten heur

    Hij wil poesten en het meel in de zak holden

    Zie ook:
  2. hijgen

    Wat loop ie toch te poesten! Hej oe te drok emaakt? (Broekhuizen)

    Poesten as een vette gaans (Norg)

    een draaiorgel (Barger Oosterveld)

    een demp pèerd (Sleen)

    een aolde dörsmechine (Roswinkel)

    een vet zwien (Gieten)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...