polstern onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. knoeien met water(Zuidoost-Drenthe)

    Wat zint die kinder toch an het polstern in die tobbe (Oosterhesselen)

    ploempen

    Zie ook:
  2. vistechniek(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wij gungen mit de polsstok polstern umme de vis op te jagen (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...