ponum -s, de, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: porum (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. gezicht

    Ik gaf hum een heis veur zien ponum, dat hij was wel vief minuten boeten westen (Peize)

    Wat een uutgestreken porum (Nieuw Amsterdam)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...