pool I polen, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: poolmus (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe)

  1. wintermuts

    De kinder op het ies hadden almaol een poolmus op (Sleen)

    Mit dit weer kuj best een pole ophebben (Roswinkel)

    Een pool is een mus van bont (Roderwolde)

    Ik heb de kinder een pole braaid (Emmer Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...