pop -pen, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: pobbe (Veenkoloniën), poppe (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. pop

    Jan hef een poppe kregen van sunterklaos (Ruinen)

    Zie ook:
  2. (meestal verkl.) baby

    Zij hef gistern een poppe kregen (Hoogeveen)

    Is het poppie der al? (Hollandscheveld)

    We gaot even hen poppien kieken

    Zie ook:
  3. Zij was het poppie in huus

    Ho, mien jong, ho mien poppien

    Zie ook:
  4. cocon

    Oet de pop komp de vlinder (Roderwolde)

    Zie ook:
  5. knobbel, uitwas

    Der zit nogal wat poppen in de hoed van die koe (Padhuis)

    Het bint gien mooie erpel, het bint almaol poppen (Eext)

    Met het sorteren moej de poppen der oetgooien

    Zie ook:
  6. versiering op de klok(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Der stunden drei poppen op de Friese klokken (Diever)

    Zie ook:
  7. mooi meisje

    Zie ook:
  8. wijfje

    Bij knarries en parkieten hej een pop en een man (Sleen)

    Zie ook:
  9. plaatje bij een kaartspel

    Bij kaorten hej ook een plaatien of een poppe (Hoogeveen)

    Zie ook:
  10. etalagepop

    Daor staot zwaarte poppen in de etalage (Balloo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...