Ook: poppig (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
popperig, gezegd van aardappels met veel uitwassen of van aan elkaar gegroeide aardappels
De eerappels bunt van het joor nogal popperig; dat komp van het weer (Barger Oosterveld)
Bij een misgewas of op de wending zatten vaak poppige eerpels (Rolde)