post III de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: poste (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. paal, stijl

    Hij stum met de rugge tegen de post (Sleen)

    Hij mut mij niet weer binnen de posten kommen

    Zie ook:
  2. dikke kruiplank

    De post op de mestbult is spekglad (Barger Oosterveld)

    Een post haden ie, as ie over een losse putte krooien mussen (Barger Oosterveld)

    Een post was een dikke plaanke, die van het hoge naor het lege gebruukt worde (Elim)

    De post was de eerste van de koele of (Klazienaveen)

    De post was bie graven veur de börst, de krooiersplank bie slingerwark (Barger Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...