praktiek -en, de
  1. praktijk

    In de praktiek pakt het wel ies aans uut, of aj het eleerd hebt (Elim)

    Aj dat in praktiek wilt brengen, valt het vaak nog wal tegen (Hooghalen)

    Dat is een man uut de praktiek (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. beroepspraktijk

    Die dokter hef een goeie praktiek (Grolloo)

    Hij hef zien praktiek nich in hoes (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...