preek preken, de, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: preke (Zuidwest-Drenthe), prèke (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. preek

    Wat har oous domnie weer een mooie preek vandaog (Eext)

    Dat verhaol gung er in as een preek in een olderling (Zuidlaren)

    Zie ook:
  2. vermaning

    De jonge hef op schoele een beste prèke had (Hoogeveen)

    prekaozie

    Zie ook:
  3. kerkdienst(Midden-Drenthe)

    Is der ok preek ankommen zundag? (Beilen)

    Bi'j ook hen de preke west? (Dwingelo)

    Zo, wie hebt de preek weer had

    Zie ook:
  4. moeilijk werk, dat bekwaamheid vraagt(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Heuilaan is allemans wark niet. Binnen de ledders is niks; ie zörgt maar dat de wagen mit de ledder

    Dat is een minne prèke

    *As het 's zundags regent veur de preek, dan regent het de hele week (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...