premie -s, de
  1. premie

    Wij moet de premie van de braandverzekering nog betaelen (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. subsidie

    Op de eerste bieten zit premie (Sleen)

    Zie ook:
  3. beloning

    Aj de eerpels schone uut de grond krabden, kreej een paar gulden premie (Elim)

    Zie ook:
  4. rang op keuring of bij andere wedstrijden

    Dat peerd hef de eerste premie wunnen (Padhuis)

    De peerde reden veur pries en premie (Eelde)

    De scheuvellopers mussen lopen veur pries en premie (Roden)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...